Rente doorlopend krediet
Doorlopend krediet tegen een lage rente
Vooral in gezelschappen waar de aloude yup of andere succesvolle mensen elkaar treffen hoor je vaak: “Ik heb even een doorlopend krediet afgesloten tegen een redelijke rente”. Niet vaak zie je dan de ontvanger van de boodschap een redelijk verbaasd gezicht trekken, grenzend aan ronduit ongeloof. De uitspraak lijkt vaak een contradictio in terminis, maar is dit absoluut niet.
Duurder
Een doorlopend krediet van een bepaald bedrag is qua rente duurder dan een persoonlijke lening voor hetzelfde bedrag. Dit heeft te maken met een aantal factoren, die het rentepercentage plussen en minnen. Zo kan het omlaag, omdat een afgesloten doorlopend krediet de geldschieter een bepaalde zekerheid van inkomen geeft en juist omhoog omdat het daadwerkelijke uitlenen iets risicovoller is.
Bij het afsluiten van een doorlopend krediet is het voor de geldschieter vrij duidelijk, dat het bedrag dat is afgesproken vaak minimaal ten dele is opgenomen. Hierdoor weet hij zeker dat hij iedere maand weer een minimaal bedrag aan rente inkomsten van alle leningen die hij heeft uitstaan. Deze zekerheid geeft hem de mogelijkheid om minder per afnemer te vragen, omdat hij van wat overblijft nog steeds kan blijven bestaan.
Het is risicovoller, omdat een lener geld uit zijn krediet kan opnemen op momenten dat hij eigenlijk niet meer in aanmerking zou komen voor een persoonlijke lening. Mensen zijn vaak in de voorwaarden van hun krediet niet verplicht om duidelijke wijzigingen in hun persoonlijke situatie aan de geldschieter door te geven. Raken zij dus hun baan kwijt en nemen ze het nog opgeslagen deel van hun krediet op om in leven te kunnen blijven, kan dit vaak.
Vast
Bij de meeste doorlopende kredieten wordt niet moeilijk gedaan over rentewisselingen. Alleen bij extreme stijging of daling van de rente wil of de lener of de geldschieter nog eens kijken naar het percentage dat als beloning wordt gegeven voor het gebruik van het geld. De meeste leners zien dit als een voordeel, omdat ze gedurende de hele looptijd precies op de hoogte zijn van de kosten die ze hebben. Alle voordelen geven de aanbieder een mogelijkheid om zijn prijzen te laten stijgen. Hoe leuker iets is, hoe meer we ervoor willen betalen.
Aan de kant van en afnemer kan dit in sommige gevallen leiden tot een periode, dat de rente die hij heeft afgesproken iets lager is dan de geldende rente voor een persoonlijke lening. Begrijpelijkerwijs zal dit nooit om grote verschillen gaan of niet lang duren. Weer die wet van vraag en aanbod.
Meten is weten
Een korte inventarisatie op het internet vaan verschillende rentepercentages op dit moment voor doorlopende kredieten en persoonlijke leningen geven een bereik van ca 4 tot 5 % voor een persoonlijke lening en ongeveer 4,5 tot 5,5 % voor een doorlopend krediet.
Oplettende lezers zien dan meteen dat hier een overlap in zit. Het is niet gelogen, dat een doorlopend krediet altijd duurder uitvalt dan een persoonlijke lening, maar door de verschillen tussen de geldschieters kan het krediet bij aanbieder a goedkoper uitvallen dan een lening bij aanbieder b. Om de vergelijking niet te laten vervuilen, door de verschillen in de voorwaarden, die er bij horen blijven we in dit schrijven bij beide producten van 1 aanbieder. Het aanvragen van offertes – welke keus uit eindelijk ook het best bij jou past – blijft dus wel belangrijk.
Rente in vogelvlucht
Ten overvloede willen we in dit artikel nog even aandacht besteden aan de hoe, wat en waarom van rente in het algemeen en die van een doorlopend krediet in het bijzonder. Rente is op dit moment historisch laag en misschien is het voor een paar mensen nog belangrijk om precies te weten hoe dat komt en wat ze op grond van die wetenschap nu het best met hun doorlopend krediet kunnen doen.
De basis van rente in het algemeen is het percentage dat De Nederlandse Bank in samenspraak met de Europese Centrale Bank vaststelt voor verkeer tussen banken onderling. Op basis van dit percentage weten bank hoeveel rente zij kunnen geven aan hun spaarders en welk percentage zij kunnen en mogen vragen van hun leners. Als de ECB bijvoorbeeld 1% vraagt zullen banken hooguit 0,5% geven en minstens 2% vragen.
De ECB beslist het rentepercentage op grond van de wetten van onder andere Keynes, die een duidelijke relatie tussen de hoogte van de rente en het koopgedrag van de consument heeft vastgelegd en tot op heden is die theorie nog niet ontkracht. Als sparen niet oplevert en lenen zowat niets kost zullen consumenten hun geld eerder stoppen in persoonlijk genot of andere beleggingen (goud en vastgoed bijvoorbeeld). Meer gekochte goederen helpen bedrijven beter in het zadel en daarmee wordt de algehele economie van een land beter.
Keynes komt af en toe wat kinderlijk over en gaat in zijn theorieën erg kort door de bocht, maar zoals gezegd heeft hij in basis gelijk. Het gegoochel met de rente door de Centrale Banken van de wereld kan in ieder geval weinig kwaad om het doel van stijgend of – in geval van schaarste dalend – koopgedrag te bewerkstelligen. De markt die hiervan meestal het eerst profiteert of last van heeft is de huizenmarkt, zodat de bemoeienissen van de Centrale Banken voor de consument het eerst zichtbaar worden in de rente voor de grootste lening die ze ooit zullen aangaan: de hypotheek.